Door PAUL BOLWERK en HENK VAN GELDER
UTRECHT - De vermeende moordenaar van Pim Fortuyn, Volkert van der G., benadert
het profiel van een politiek moordenaar. Een eenling, monomaan en doorgedraaid
in het nastreven van zijn doelen dat hij niets anders meer wilde zien.
![]() |
||
![]() |
![]() |
Foto Rianne den Balvert |
Dat stelt professor dr. F. Beyaert (71), voormalige geneesheer-directeur van
het Pieter Baan Centrum in Utrecht. De emeritus-hoogleraar Forensische
Psychiatrie acht de kans op recidive van de verdachte uit Harderwijk
aannemelijk. De rechter-commissaris zal de 32-jarige milieuactivist binnenkort door de
psychiatrische observatiekliniek van Justitie laten onderzoeken op psychische
stoornissen, zo verwacht Beyaert. Het PBC voorziet de rechtbank uiteindelijk van
een onafhankelijk advies over de mate van toerekeningsvatbaarheid. Beyaert was bijna twintig jaar geneesheer-directeur van het Pieter Baan
Centrum. In al die jaren had hij met de meest gestoorde delinquenten van
Nederland te maken. Op basis van zijn enorme praktijkervaring, berichten in de media en een
reconstructie van De Gelderlander omtrent de levensloop van Volkert van der G.
schildert Beyaert de verdachte af als een eigenaardige, eenzame man. Extreem
gedreven in zijn milieuwerk, niet bereid tot compromissen. Een man die er ook
nog eens onbegrepen denkbeelden op nahield en daarvoor soms werd uitgelachen of
gekwetst. "Ook al stond hij te boek als een vriendelijke man. De kans
bestaat dat hij jarenlang woede in zich heeft verzameld. Hij kreeg daarbij vast
geen enkele correctie meer van zijn directe omgeving. De geboorte van zijn
eerste kind moet heel ingrijpend zijn geweest. Dat moet veel in hem hebben
losgemaakt. Misschien als extra, zware verantwoordelijkheid. Zeker voor iemand
die zich zo bekommerde over het welzijn van plant en dier." Temidden van de 32 mededelinquenten in de observatiekliniek, die van zeer
ernstige misdrijven worden verdacht, zal Volkert beslist een vreemde eend in de
bijt blijken, denkt Beyaert. "Anders dan seksuele misdadigers zal Van der G.
door hen niet met de nek worden aangekeken. Ze zullen hem als maf beschouwen.
Misschien zelfs bewonderen." De milieu-activist moet gewoon meedraaien op de groep van acht gedetineerden.
Beyaert erkent dat het voor het forensisch team moeilijk zal zijn om Van der G.
neutraal te beoordelen. "Hij heeft een beroemdheid tot slachtoffer gekozen.
Er is al zoveel in de media verschenen, dat je als het ware het dossier al hebt
gelezen voordat je de verdachte hebt gezien. Doorgaans ga je eerst praten en
verdiep je je daarna pas in het dossier. Toch moet hij net zo geobserveerd
worden als ieder andere verdachte." Beyaert vraagt zich af of het behandelteam in staat is om de
geestesgesteldheid van Van der G. voldoende te peilen. In de bijna drie weken
dat de oud-Wageningse student milieuhygiëne in voorarrest zit, hult hij zich in
hardnekkig stilzwijgen. Volgens Beyaert is het zeldzaam dat verdachten ook
binnen het PBC blijven zwijgen. In zijn lange carrière als geneesheer-directeur
heeft hij dat slechts eenmaal meegemaakt. Verdachten worden in de kliniek zeven
weken geobserveerd. "Je gaat een potje met hem schaken, een kaartje leggen
en kijkt hoe hij zijn eten opschept. Het merendeel gaat praten. Ontdooit. Velen
zijn zelf verwonderd en willen weten waarom ze hun daad hebben begaan. Je kunt
je bewust voornemen om geen bek open te trekken. Maar zeven weken je mond houden
is erg moeilijk." Mocht Volkert zijn kaken op elkaar houden dan is de kans
groot dat hij na twee weken de observatiekliniek moet verlaten om plaats te
maken voor een ander. Overigens gebeurt dat vrijwel nooit. De verdachte krijgt
dan geen tbs, ter beschikking stelling, maar kan rekenen op een lange celstraf.
Tussen de vijftien tot twintig jaar schatten strafrechtspecialisten in. Ex-officier van justitie F. Teeven van Leefbaar Nederland gelooft niet dat
Volkert op eigen houtje heeft gehandeld. Hij baseert zich op de plattegronden
van de woningen van Pim Fortuyn en nog twee leden van de Lijst Fortuyn die in
Volkerts rode Opel Kadett zijn gevonden. In andere complottheoriën wordt
gesuggereerd dat de Harderwijker zich heeft laten gebruiken, bijvoorbeeld door
inlichtingendiensten. Beyaert gelooft daar niets van. "Dit lijkt me geen man die opdrachten
aanneemt en ook uitvoert. Ook is het geen man van samenwerking. Hij lijkt me
meer een man die een plan alleen uitvoert. Hij had er verstand van om
plattegronden op te vragen. Dat deed hij frequent in zijn milieuwerk."
Beyaert beaamt dat er een discrepantie zit tussen de berekening en de koelheid
waarmee de aanslag werd uitgevoerd en de gemakkelijke manier waarop Volkert zich
naderhand liet overmeesteren. Beyaert: "Die gelatenheid kan duiden op de
gedachte dat zijn werk er op zat: hij had zijn ding gedaan. Misschien heeft hij
niet eens een kwaad geweten."